Wat betekent vitaliteit voor ondernemingsgroei?
Veel organisaties en overigens veel ook niet, onderscheiden zich door zogenaamde Unique Selling Points (USP’s). Er worden veel fancy termen aan besteed om vooral aan te tonen waarmee de organisatie zich onderscheid ten opzichte van de concurrenten.
Onderscheidend of niet?
En natuurlijk behoren daarbij innovatie, snelle levertijden, klantgericht, gerobotiseerd (CNC gestuurd) machinepark, geautomatiseerde assemblage lijnen en bepaalde kennis en expertise toe. En ze zijn zeker in ruime of belangrijke mate aanwezig in uw organisatie. Immers u bent nog steeds in staat om uw organisatie succesvol te profileren. En als u eens al deze onderscheidende elementen door de ogen van uw concurrent beziet. Wat zou deze dan zeggen? Juist! Het echte onderscheidende vermogen ligt in uw grootste kapitaal namelijk uw personeel. Als u geïnvesteerd hebt in de duurste en meest geavanceerde technologieën en ook nog eens uw personeel vakbekwaam genoeg is om hiermee te werken maar het samenwerken of de onderlinge communicatie gaan nog niet zo soepel.Wat denkt u dat dan het effect is van al deze investeringen?
Gezien de sterke uitgangspositie en groeikansen ligt er volgens een rapport uit 2012 van ING een uitdagende, maar reële ambitie voor de maakindustrie. De toegevoegde waarde verdubbelt dan ruim van € 23 miljard in 2010 naar € 47 miljard in 2030. Er gelden verschillende voorwaarden om deze groeiambitie waar te maken. De vier belangrijkste zijn:
- Aanbod van excellent personeel.
- Topkwaliteit van onderzoek en ontwikkeling.
- Flexibilisering van de bedrijfsvoering.
- Toegang tot grondstoffen.
De eerste drie van deze aspecten zijn voor een groot deel afhankelijk van de kennis, vaardigheden én vooral ook attitude, motivatie en vitaliteit van uw (toekomstig) personeel.